dam-slider

RI&E Explosieveiligheid

De ATEX richtlijn 1999/92/EG beschrijft voor werkgevers de minimum veiligheidseisen om een gezonde en veilige werkomgeving te creëren voor werknemers die door explosieve atmosferen gevaar kunnen lopen. Voor Nederland zijn deze richtlijnen opgenomen in de Arbowetgeving. Voor situaties waarbij het niet mogelijk is om door vervanging van stoffen het explosiegevaar weg te nemen, moeten de omstandigheden worden beheerst.

Een ATEX-onderzoek kan gezien worden als een verdiepende RI&E en is verplicht wanneer brandbare stoffen boven bepaalde drempelwaarden binnen uw bedrijf aanwezig zijn.
Er wordt daarbij onderscheid gemaakt tussen:

  1. Vloeistoffen en gassen;
  2. Vaste stoffen.

Ad.1 Vloeistoffen en gassen
De hoeveelheid en eigenschappen van aanwezig brandbare vloeistoffen en gassen bepalen uiteindelijk of ATEX van toepassing is. Afhankelijk van het vlampunt, het kookpunt en de omgevingstemperatuur gelden namelijk vastgestelde minimale hoeveelheden. Indien deze minimale hoeveelheden worden overschreden, is het noodzakelijk de ATEX-systematiek toe te passen en zonering te voorkomen of op te stellen.

Ad.2 Vaste stoffen
Voor vaste stoffen zijn ook de hoeveelheid en eigenschappen uitgangspunt waarmee wordt bepaald of ATEX van toepassing is. Op basis van de brandbaarheid, deeltjesgrootte, hoeveelheid en locatie van het stof vindt de beoordeling plaats. Indien een bedrijfssituatie een vastgestelde hoeveelheid vanuit de ATEX-systematiek overschrijdt, is het noodzakelijk de ATEX-systematiek toe te passen en zonering te voorkomen of op te stellen.

Explosieveiligheidsdocument
Eén van de verplichtingen van ATEX 153 voor werkgevers/eigenaren is het opstellen en onderhouden van een explosieveiligheidsdocument (EVD). Het opstellen van een explosieveiligheidsdocument dient te worden uitgevoerd met inachtneming van de eisen die daarvoor gelden. Onze specialisten kunnen dit voor elke organisatie verzorgen. 

DION Arbo & Milieu loopt voor jou de volgende zaken door:

  1. bepalen of er brandbare stoffen aanwezig zijn en in hoeverre deze stoffen explosieve eigenschappen hebben aan de hand van veiligheidsinformatiebladen.
  2. in hoeverre daardoor een explosieve omgeving kan ontstaan.
  3. indien een explosieve omgeving kan ontstaan wordt deze gezoneerd.
  4. bepalen van maatregelen om een explosieve omgeving te voorkomen (zoneverlaging).
  5. bepalen welke potentiële ontstekingsbronnen aanwezig zijn.
  6. bepalen van maatregelen om (de ontsteking door) potentiële ontstekingsbronnen te voorkomen.
  7. beoordelen van maatregelen ter voorkoming van schade als gevolg van een explosie
  8. beoordelen van organisatorische maatregelen ter bescherming tegen explosiegevaar.
  9. beoordelen van de coördinatieverplichting van gelijktijdige werkzaamheden door werknemers van verschillende ondernemingen.
  10. opstellen van het explosieveiligheidsdocument.

Praktische uitvoering

Voordat wordt gestart met een ATEX-onderzoek, vragen wij alle relevante gegevens bij je op. Deze gegevens komen uit de veiligheidsinformatiebladen (VIB) of Material Safety Data Sheets (MSDS). Tijdens een rondgang in een organisatie wordt geïnventariseerd waar en in welke hoeveelheden brandgevaarlijke stoffen voorkomen. Daarbij wordt tevens vastgelegd onder welke omstandigheden een brandbare stof voorkomt en of er ontstekingsbronnen aanwezig zijn. We bespreken met de mogelijkheden om zonering te voorkomen door aanwezige brandgevaarlijke stoffen te minimaliseren. Indien reductie tot beneden de genoemde hoeveelheden in de richtlijn niet mogelijk is, dient een zonemodel uitgewerkt te worden. Op basis van dit model worden de noodzakelijke maatregelen vastgesteld om te komen tot een veilige situatie. Primair wordt dus bepaald of een explosieve atmosfeer voorkomt dan wel beperkt kan worden. Kan dat niet, dan dienen in veel gevallen de ontstekingsbronnen gesaneerd te worden. Het onderzoek wordt vastgelegd in een explosieveiligheidsdocument.

Praktisch advies

Naast uitvoering van een ATEX-onderzoek kunnen wij iedere organisatie tevens op andere onderdelen op het gebied van explosieveiligheid adviseren. Hierbij valt te denken aan;

  • zonebeperking;
  • beheersing van installaties;
  • opstellen van procedures/instructies;
  • uitvoering van audits;
  • opstellen van een systematiek voor werkvergunningen;
  • opstellen van een onderhoudsplan;
  • training en/of voorlichtingen (ook in-company).

Bel ons op 0523 208 199 stuur een mail naar info@dionarbomilieu.nl